O, ik heb altijd geleerd dat …
Iedereen kan schrijven; dat hebben we immers allemaal op school geleerd. We schreven dictees, opstellen en boekverslagen tot het onze neus uitkwam. De één had misschien wat meer talent voor schrijven dan de ander, maar we moesten er allemaal aan geloven.
Onze docenten deden hun uiterste best om het ons volgens het boekje te leren. Urenlang rijtjes stampen, regels van buiten leren en … schrijven maar! Al onze onvolkomenheden vielen vervolgens genadeloos ten prooi aan hun rode pennen. Het waren jaren vol ezelsbruggetjes en vooral ook vol stokpaardjes, want iedere docent lette weer op andere specifieke dingen.
Dat de meesten van ons destijds blind op hun docenten vertrouwden, merken we als tekstschrijvers nog iedere dag. Sommige stokpaardjes van toen lijken wel onuitroeibaar. Zo bleek ook onlangs weer bij een grote tekstproductie. Ik besprak de voortgang met onze klant, die ergens tijdens het gesprek ineens zei:
“Zeg, ik zag in jullie tekst nog ergens ‘een aantal … zijn’ staan. Dat klopt toch niet? Dat moet toch ‘een aantal … is’ zijn?”
Toen ik uitlegde dat ‘een aantal … zijn’ prima Nederlands is en dat bijvoorbeeld ook Onze Taal dit bevestigt, bleef het even stil.
“O, ik heb altijd geleerd dat …”
Precies, daar was weer zo’n stokpaardje van een docent. Is het ‘u heeft’ of ‘u hebt’? Oeverloos kun je erover discussiëren (en iemand heeft dat serieus ooit met mij geprobeerd), maar het is beide goed en dus een kwestie van smaak. ‘Je kan’ of ‘je kunt’? Allebei goed, dus kies vooral zelf. Ongeacht wat een docent je ooit heeft geleerd.
Toch ben ik altijd blij als iemand mij zo’n vraag stelt. Het houdt me scherp en ik leg nu eenmaal graag dingen uit. Bovendien heb ik liever zo’n vraag dan dat een klant de tekst zelf ‘verbetert’ en/of denkt dat ík mijn werk niet goed heb gedaan.
Het is goed om je te realiseren dat de spelling en de taalregels zijn veranderd sinds je van school bent gekomen. En dat je docent zijn persoonlijke voorkeuren misschien iets té streng bij iedereen ingeprent heeft. Dus kom je in een tekst iets tegen waarvan je zegt: hé, klopt dat wel? Vraag het je tekstschrijver. Die werkt dagelijks met de meest recente spelling en taalregels, en hij kan het je haarfijn uitleggen.